Ergobaby Omni 360 Draagzak - Cotton

De Ergobaby Omni 360-babydraagzak kan in alle draagposities worden gebruikt. Wanneer u de baby op de buik draagt, kan dat met het gezicht van de baby naar u toe of van u af. U kunt de baby ook op de heup of op de rug dragen. Raadpleeg de specifieke gebruiksvereisten en gebruiksaanwijzingen voor elke draagpositie.

U kunt de Ergobaby Omni 360-babydraagzak gebruiken om uw pasgeboren baby op uw buik met het gezicht naar u toe dragen, zodra deze het vereiste minimumgewicht en de vereiste minimumlengte heeft. De pasgeboren baby moet ten minste 3,2 kg wegen en ten minste 50,8 cm lang zijn.

De Ergobaby Omni 360-draagzak kan worden gebruikt totdat uw kind 15 kg weegt. Dan is hij of zij ongeveer 36 maanden oud. Er is geen beperking ten aanzien van de periode waarin u uw baby in een bepaalde positie kunt dragen. Dat is meer afhankelijk van uw comfort en dat van uw kind. Over het algemeen raden we aan om kinderen van twee jaar en ouder op de rug te dragen. Dat is namelijk de meest comfortabele positie wanneer u langer achter elkaar langere en grotere kinderen draagt. Zorg dat u uw kind hoog genoeg op uw rug draagt, zodat hij of zij over uw schouder de omgeving kan zien en daar plezier aan beleeft.

De Ergobaby Omni 360-babydrager is zo ontworpen dat u uw pasgeboren baby (van ten minste 3,2 kg) zonder verkleinkussen kunt dragen. Het zitje van de Ergobaby Omni 360-draagzak past zich geleidelijk aan uw groeiende baby aan, van pasgeborene tot peuter (3,2-15 kg). Zo wordt uw kind op een voor u heel gebruiksvriendelijke manier in elke fase van zijn ontwikkeling ondersteund in een ergonomische M-positie. Op het label op de heupriem of in de gebruiksaanwijzing vindt u instructies over hoe u het zitje aanpast op basis van de lengte van uw kind.

Ieder kind ontwikkelt zich anders. U kunt beginnen uw baby op de heup of rug te dragen zodra deze zijn of haar hoofd en nek zelf rechtop kan houden, zelfstandig kan zitten, en ten minste 7,8 kg weegt. Dit kan doorgaans wanneer uw baby 6 maanden oud is.

Ieder kind ontwikkelt zich anders. U kunt beginnen uw baby met het gezicht van u af te dragen zodra deze zijn of haar hoofd en nek zelf rechtop kan houden, met de kin boven de draagzak uitkomt, en ten minste 6,4 kg weegt. Dit kan doorgaans wanneer uw baby 5 maanden oud is. Probeer de baby niet met een kussen in een hogere positie te manoeuvreren. Als u de baby naar buiten laat kijken, moet u het zitje versmallen met behulp van de grijze knopen aan de binnenkant. Als de baby slaperig wordt of tekenen van overprikkeling vertoont, draait u de baby weer om zodat hij of zij met het gezicht naar u toe kijkt.

Ja! In tegenstelling tot veel babydragers die op de markt verkrijgbaar zijn, is de Ergobaby Omni 360-draagzak geen draagzak met “smalle zit”, ook niet wanneer u de baby andersom draagt. Met de Ergobaby Omni 360-draagzak draagt u de baby in alle draagposities in een ergonomische M-positie, ook wanneer de baby met het gezicht van u af draagt. Het aanpasbare zitje is zodanig ontworpen, dat de baby in elke positie comfortabel en ergonomisch verantwoord zit, met de knietjes op heuphoogte en met een geronde rug. Het bekken van de baby wordt iets naar voren gekanteld wanneer u de baby in de draagzak doet, zodat de bovenrug van het kind volledig contact maakt met het lichaam van de volwassene. Zo wordt de iets geronde rug van de baby goed ondersteund.

Ja. Met alle Ergobaby Carriers-kunt u borstvoeding geven wanneer u onderweg bent. Dat kan zowel in de heuppositie als op de buik met het gezicht naar u toe. Stel de schouderriemen wat losser af en verlaag de heupriem een beetje om de baby voor uw borst te positioneren. Blijf altijd alert wanneer u borstvoeding geeft. Positioneer de baby meteen na het voeden weer in de juiste houding. Zorg dat u de riemen niet te strak aantrekt.

In slechts één stap kunt u de Ergobaby Omni 360-draagzak aanpassen aan het lichaam van uw groeiende baby. Gebruik de klittenbanden op de heupriem om het zitje in te stellen op de lengte van uw baby: langs de rode lijn voor een baby van tussen de 50,8 en 61 cm (ongeveer tussen 0 en 3 maanden), langs de gele lijn voor een baby van tussen de 61 en 71 cm (ongeveer tussen 3 en 9 maanden) en langs de blauwe lijn voor een baby die langer is dan 71 cm (vanaf ongeveer 9 maanden).

Ergobaby heeft veiligheid altijd hoog in het vaandel staan. Voor het ontwerp van deze specifieke draagzak hebben we gekozen voor gespen met dubbele vergrendeling, zodat een peuter de gesp niet onbedoeld kan losmaken terwijl hij of zij met het gezicht naar buiten in de drager zit. Knijp de twee zijden naar elkaar toe, net als bij een normale gesp, en duw tegelijkertijd het middendeel omhoog.

Ergobaby heeft veiligheid altijd hoog in het vaandel staan. Bij deze specifieke draagzak wilden we ervoor zorgen dat een peuter de gesp niet onbedoeld kan losmaken terwijl hij of zij met het gezicht naar buiten in de drager zit. Hij of zij kan dan namelijk makkelijker bij de gesp komen. Voor extra veiligheid hebben we daarom gekozen voor gespen met dubbele vergrendeling.

Zolang uw baby het hoofd en de nek niet zelf voor langere tijd rechtop kan houden, moet het hoofd worden ondersteund. Voor een goede ondersteuning moet u zorgen dat de bovenrand van de drager zich ter hoogte van het midden van de oren van de baby bevindt. Dit doet u door de baby hoger of lager op uw lichaam te positioneren terwijl u de drager rond de rug van uw baby aantrekt. Voor pasgeboren baby’s van zes weken of jonger (die ten minste 3,2 kg wegen), moet u de hoofd-en-neksteun naar binnen vouwen en deze met de lusjes vanaf de zijkant vastknopen aan de onderste knopen aan de voorzijde. Op deze manier wordt de baby beter ondersteund. Wanneer de baby het hoofd heen en weer gaat draaien en het hoofd enige tijd rechtop kan houden, kunt u de nek-en-hoofdsteun naar buiten vouwen en vastzetten aan de onderste knopen. Dit gebeurt normaal gesproken als de baby rond de zeven weken oud is. Bij oudere baby’s kunt u de hoofd-en-neksteun ook aan de bovenste knopen vastzetten voor extra steun wanneer hij of zij slaapt. Wanneer u de baby met het gezicht naar buiten draagt (wanneer de baby minimaal 6,4 kg weegt), zorg dan dat de hoofd-en-neksteun omlaag is gevouwen en met de onderste knopen is vastgezet, en controleer of de kin van de baby boven de draagzak uitkomt.

De Ergobaby Omni 360-babydrager beschikt over een heupriem met onderrugsteun voor extra comfort. Bij een pasgeboren baby moet u de heupriem hoog op uw heup dragen, zodat de baby zo hoog zit dat u het hoofdje zou kunnen kussen. Wanneer de baby ouder is, kunt u kiezen of u de heupriem hoger of lager op uw heupen draagt. Het is aan u om te bepalen wat voor u en uw baby het prettigst is naarmate de baby zwaarder wordt. Bij kleinere baby’s of bij ouders met een lang lichaam, raden we aan om de heupriem hoger op het lichaam te dragen. Wanneer u een keizersnede hebt gehad, is het waarschijnlijk comfortabeler voor u om de heupriem hoger te dragen. U kunt de heupriem het beste strak aantrekken, omdat de gewichtsverdeling over uw heupen dan nog beter wordt. Bovendien is dit comfortabeler voor uw rug en schouders. Als u de baby op uw buik of heup draagt, moet u de onderrugsteun altijd midden op uw rug positioneren. Als u de baby op uw rug draagt, positioneert u de steun voor u.

Als u de baby op uw buik, met het gezicht van de baby naar u toe of van u af draagt, kunt u de schouderriemen van de Ergobaby Omni 360-drager gekruist op uw rug vastzetten. De keuze tussen parallelle en gekruiste schouderriemen is afhankelijk van uw persoonlijke voorkeur. Als de schouderriemen zijn gekruist, kunt u de plek waar de riemen op uw schouder rusten, eenvoudig in een voor u comfortabele positie leggen. Deze functionaliteit is ideaal voor ouders met smallere of bredere schouders. Deze functionaliteit wordt ook gewaardeerd door ouders die minder mobiel zijn, omdat zij dan niet naar achteren hoeven te reiken om de borstriem vast te gespen en aan te trekken. Bij gekruiste schouderriemen gebeurt het vastgespen en aantrekken namelijk aan de voorzijde.

Zet de schouderriemen wat losser VOORDAT u de borstriem vast- of losgespt. Dan kunt u de borstriem makkelijker bereiken. Zorg dat u de borstriem goed positioneert met behulp van de schuifjes op de schouderriemen, zodat deze zich midden tussen uw schouderbladen bevindt wanneer u de schouderriemen aantrekt voor een comfortabele pasvorm voor u en uw baby. U kunt ook proberen de Omni 360-babydrager met gekruiste schouderriemen te gebruiken wanneer u de baby op uw buik met het gezicht naar u toe of van u af draagt. Dan hoeft u de buikriem niet achter uw rug vast of los te gespen, omdat het vastgespen en aantrekken dan aan de voorzijde gebeurt.

De OMNI 360 is geschikt voor pasgeboren baby’s vanaf 3,2 kg, terwijl u bij de 360 een verkleinkussen nodig hebt voor kinderen die minder dan 5,5 kg wegen. De Omni 360 beschikt tevens over gespen aan de voorzijde, zodat u de draagzak met gekruiste schouderriemen kunt dragen en u de draagzak eenvoudig kunt om- en afdoen. Verder wordt een afneembaar accessoirezakje meegeleverd die in verschillende posities kan worden gebruikt.

Met de Omni 360 kunt u het kindje met het gezicht van u af dragen. Met de Adapt-draagzak is dat niet mogelijk. Verder wordt de Omni 360 geleverd met een afneembaar accessoirezakje, zodat u de spulletjes die onderweg nodig hebt, altijd bij de hand hebt. Het accessoirezakje is afneembaar en kan op verschillende plekken aan de drager worden bevestigd.

Met de Omni 360 kunt u het kindje met en gezicht van u af dragen en hebt u geen verkleinkussen nodig voor het dragen van een pasgeboren baby. De Original heeft deze mogelijkheden niet. De Omni 360 beschikt tevens over gespen aan de voorzijde, zodat u de draagzak met gekruiste schouderriemen kunt dragen en u de draagzak eenvoudig kunt om- en afdoen. De Original heeft aan de voorzijde een grote zak met rits, terwijl de Omni 360 wordt geleverd met een afneembaar accessoirezakje met een rits. De Omni 360 beschikt tevens over gespen aan de voorzijde, zodat u de draagzak met gekruiste schouderriemen kunt dragen. De Original heeft deze mogelijkheid niet.